Frances Aruna 1 – De Eurovisie-aanslag

Maandag 7 maart 2050

Bzzz-bzzz… Bzzz-bzzz… Frances wordt eindelijk wakker van het trillen van de wekker op haar telefoon. Met haar ogen halfopen kijkt ze door de open ruimte van haar Rotterdamse loft. Haar blik dwaalt rond en eindigt tenslotte op haar display. Kak! 07.45 uur. Eigenlijk had ze haar wekker eerder moeten zetten. Op de dag van haar eerste evaluatiegesprek bij de Dienst Landelijke Recherche (DLR) wil ze natuurlijk niet te laat komen. Ze springt haar rommelige bed uit, ontwijkt kat Gijs en sprint naar de douche. Ze gebaart ‘journaal’ naar Google Camera. Terwijl ze doucht, ziet ze op de display in de doucheruit dat het nieuws waar ze op wachtte eindelijk daar is: de Nederlandse inzending voor het Eurovisie Songfestival 2050 is bekend! Er is gekozen voor de nog onbekende new-punker Xaphan. De tolk van het journaal legt uit, dat dit de artiestennaam van de 22-jarige Dennis Franssen uit Purmerend is.

Frances gloeit er helemaal van. Het Songfestival, het feest, de outfits, de signdancers… alles, echt álles weet ze ervan. Oh wat fantastisch, denkt ze. We sturen eindelijk weer eens een spannend iemand, iemand die wellicht kans maakt. De afgelopen jaren was het maar opgewarmde, oude hap. Maar die Xaphan, met z’n koolzwarte oogmake-up, is gewaagd en zou daarom wel eens erg leuk kunnen zijn!

Frances stapt om 08.12 uur, een boterham met kokosbrood in haar hand, de voordeur uit. Daar zit buurman Bammetje al op zijn klapstoel in de zon. Bammetje gebaart op zijn overdreven manier nog snel ‘goedemorgen’ naar Frances. Zijn hele houding is vet Rotterdams, denkt Frances voor ze op haar ouderwetse fiets naar het station vertrekt. Als ze opschiet, haalt ze nog net haar trein naar Utrecht.

Nadat ze neerploft op haar stoel, heeft ze 17 minuten om in de weerspiegeling van het raam haar weerbarstige krullen te temmen. Ze twijfelt zelfs of ze haar lippen moet stiften, zo zenuwachtig is ze voor haar evaluatiegesprek. Nee, fuck it! Natuurlijk niet. Ik ben wie ik ben, denkt ze. Flits – het scherm in de coupé licht op en de avatar op het scherm gebaart: aangekomen op Utrecht Centraal.

Wanneer ze precies één minuut voor negen het nieuwe hoofdkantoor van de DLR in hartje Utrecht binnenstapt, ziet ze haar chef – hoofdcommissaris Mariska van Dijk – al zitten. Zo in dat glazen vergaderhok lijkt ze wel een hongerige piranha met een onweerswolk boven haar hoofd, gniffelt Frances in zichzelf. Ze is een topvrouw, maar zó ontzettend punctueel, dat je er bijna je nagels van uit zou trekken.

Frances gaat tegenover Van Dijk zitten. Die kijkt niet op en blijft over haar digitale papier swipen. De roodharige 62-jarige vrouw nam anderhalf jaar geleden het roer bij DLR over en verving het hele team. Uit alle hoeken en gaten van het politiecorps viste ze fris en gedreven talent op. Zo ook Frances, door wie ze een opleiding Nederlandse Gebaren Taal is gaan volgen. En Frances weet van zichzelf best wel dat ze niet de makkelijkste is. Maar ja, dan had Van Dijk haar maar niet moeten vragen…

‘Goedemorgen, je bent te laat’, gebaart Van Dijk terwijl ze langs Frances op de grote klok op de afdeling kijkt. Blijkbaar is het geen opmerking waarop Van Dijk een antwoord wenst, want gelijk daarna gebaart ze of Frances haar Universal Translator (UT) wil gebruiken. Frances tikt op haar pols-display de UT aan die nog op ‘Nederlands naar Nederlandse Gebarentaal’ staat. Ze tikt haar tolk Jacky aan. Gelijk zweeft de hologramprojectie van Jacky naast Frances en ze begroet Frances en geeft aan klaar te staan. Nadat Van Dijk langzaam haar rug heeft gerecht, steekt ze van wal: ‘Luister Frances, ik

ben niet iemand die om de hete brij heen draait. Ik vind je een toprechercheur. Je weet waar je het over hebt en ik ben onder de indruk van jouw inzichten. Hoe jij door leugens heen prikt is bewonderenswaardig… En wederom een bewijs hoe belangrijk het lezen van lichaamstaal is. Maar, en dat is een grote maar, je bent zo gedreven. Ik denk zelfs té gedreven. Als ik jouw werk overzie ben ik bang dat je – als je eenmaal een spoor te pakken hebt – je alleen maar op dat pad kan uitlopen. Ik weet dat jij wilt doorgroeien naar hoofdrechercheur en je eigen cases wil draaien, maar ik zie dat nu nog niet gebeuren. Heb je nog vragen?’

Frances kijkt heen en weer van het koude gezicht van Van Dijk naar dat van Jacky. Nee, ze heeft het niet verkeerd gezien. Dit is echt wat Van Dijk gezegd heeft. Frances slaakt een zucht en kijkt haar chef lang en doordringend aan. Ze ziet ook wel dat deze vrouw niet te bewegen is. Geen enkel psychologisch foefje uit de trukendoos van haar moeder, Nederlands’ bekendste psycholoog, gaat nu het gewenste resultaat halen. ‘Nee, geen vragen’, gebaart Frances. Ze bedankt Jacky en zet haar UT uit, staat op en verlaat de ruimte. Terwijl de woorden van Van Dijk nog nagalmen in haar hoofd, loopt ze naar haar werkplek. Afleiding heeft ze nodig. Nu. Ze haalt een kop koffie en verdiept zich in de dossiers die hoofdrechercheur Talhaoui haar heeft toegestuurd.

Dinsdag

Terwijl Frances haar afdeling bij de DLR oploopt ziet ze Chris, de baliemedewerker, gelijk staan. Die draagt vandaag een rok, dat staat die goed. Elke keer als ze Chris ziet, blijft Frances kriebels in haar buik voelen. Ook al is die 12 jaar jonger, hun slowdance op de vorige kerstborrel voelde echt wel méér dan collegiaal. Ze geeft Chris een knipoogje en wederom weet die zich even geen houding te geven. ‘Heb je dat gezien van Xaphan?, gebaart Chris. Frances begint te glunderen en gebaart dat ze de avond ervoor – net als bij alle vorige Nederlandse Songfestivalkandidaten – een thuisdossier heeft aangelegd met alle nieuwtjes en feiten. In gedachten dwaalt ze af… Het Songfestival vindt in oktober plaats in Warschau: wat nou als ze aan Chris voorstelt om er samen heen te gaan om het event live bij te wonen? Tegen die tijd zou er best wel eens een mooi laagje sneeuw kunnen liggen… Hoe romantisch!

De rest van de ochtend kabbelt maar voort. Frances bladert ongeïnspireerd door wat forensische verslagen uit de twee cases die ze van haar collega Talhaoui ontving. Daarna stuurt ze drie nieuwe kattenfoto’s van Gijs naar haar moeder en vindt ze online wat receptvariaties voor ovenschotels met sperziebonen. Net als ze zichzelf wil toespreken weer gefocust aan het werk te gaan, gaat de flitsbel boven de deur van Van Dijk aan. Frances kijkt op en ziet haar chef roepen: ‘Aruna! Mijn kantoor! Nu!’

Nadat Frances gaat zitten en haar UT activeert, begint Van Dijk gelijk te praten: ‘Frances, district Noord-Holland belde me net. Tien minuten geleden is er een aanslag gepleegd op één of andere artiest. Een jonge gozer, Dennis Franssen, artiestennaam Xylofoon ofzo.’ ‘Xaphan!’, denkt Frances. ‘Ik begrijp dat hij met het Songfestival meedoet. Hij is neergeschoten en ligt nu in de ambulance op weg naar het ziekenhuis. Onze nieuwe case-match-software geeft aan dat jij de enige rechercheur bent die iets van het Songfestival af weet. Dus ik ga tegen mijn eigen gevoel in en maak je hoofdrechercheur op deze case. Stel me niet teleur.’ Frances voelt van alles. Een steen in haar maag vanwege de aanslag, hartkloppingen omdat ze haar eerste eigen zaak mag leiden en een soort geluksgevoel van de adrenaline die door haar lijft giert. ‘Ja chef!’, gebaart ze en ze stormt de kamer uit om aan de slag te gaan.

Eerst informatie verzamelen. Frances stuurt het data-team een bericht dat ze alle online chatter moeten afvangen wat betreft Xaphan, het Songfestival en de regio Noord-Holland. De chatterstream begint al gelijk vol te lopen. Omdat het vierde bericht al duidelijk maakt dat Xaphan naar het ziekenhuis in Alkmaar is gebracht, zet Frances een beveiligde videoverbinding op met de communicatieafdeling van het ziekenhuis. Na een paar keer te zijn doorgezet, belandt Frances bij de behandelend ic-arts. Via haar tolk Jacky begrijpt ze dat de arts haar iedere twee uur een update stuurt.

Dan is het tijd voor het echte rechercheurswerk. Frances daalt af naar de kelder van het kantoorgebouw waar de eenheid van de technische recherche huist. Gelukkig ziet ze al snel dat eenheid-D dienst heeft. De oude, vertrouwde Guus Kopier is in charge. Zijn ervaring en rustige blik zijn precies wat ze nodig heeft. Ze stuurt Guus en zijn team naar het plaats delict en loopt weer naar boven. Ze slaakt een diepe zucht en blijft zich verbaasd afvragen: waarom zou iemand een Songfestivalzanger, nog totaal onbekend bij het publiek, willen uitschakelen?

Wanneer de technische recherche ter plaatse komt, kijkt Frances mee via hun body-cams. De forensische kenmerken laten zien dat Dennis Franssen, of Xaphan, op zijn e-scooter is neergeschoten op een fietspad buiten Alkmaar. Er worden ter plekke 13 ZP-hulzen gevonden die bij verschillende typen electro guns kunnen horen. Het technische team bagged en tagged de vondsten en zet alles, inclusief de scooter, op transport naar het lab.

Frances analyseert alle data en al snel valt haar iets op. De ZP-munitie wordt vaak gelinkt aan motorclub Pazuzu. Ergens in het achterhoofd van Frances begint er iets te borrelen en te dagen. Pazuzu, Pazuzu… Waarom voelt dat als iets wat past bij de naam ‘Xaphan’?

Woensdag

Frances gaapt vanachter haar bureau. Ze heeft vannacht tot in de late uurtjes research gedaan. Haar collega’s verlieten gisteren één voor één het kantoor en voor ze het wist was haar werkplek nog de enige lichtbron op de hele vloer. Het was 02.55 uur toen ze de connectie legde en het kwartje viel: demonen. En nu moet ze bedenken wat ze gaat doen.

Frances heeft alle info verzameld op de digiwall en ze loopt alles nog even langs. Pazuzu is een motorclub, of beter gezegd een motorbende, met een niet te missen link naar demonenverheerlijking. De naam ‘Pazuzu’ verwijst naar een demonische god uit het oude Mesopotamië en de club heeft allerlei rangen en standen die verwijzen naar een uitgebreide sociale hiërarchie tussen demonenrollen, -rassen en -soorten. Frances heeft de halve nacht gelezen en geleerd over de ins en outs van die verhoudingen. Het lijkt wel een duistere soapserie. De Pazuzu hebben verschillende rituelen om leden naar boven en beneden in de hiërarchie te laten bewegen. Behoorlijk complexe, gewelddadige en mysterieuze rituelen.

De onrustige spinsels in het hoofd van Frances vallen op hun plek, wanneer ze de lijst aan rangen en standen bij de Pazuzu doorneemt. Een ‘Xaphan’ blijkt een gevallen engel te zijn. En is, naast de gekozen naam van een neergeschoten artiest, een soort luitenant binnen de Pazuzu. En nu? Zou Dennis Franssen lid zijn van de Pazuzu? Of trekt de motorclub het niet dat iemand die naam gebruikt? Ze googelt Pazuzu en vindt online een tweedehands boekwinkel waar een boek aangeboden wordt over de sociologie van Demonen. Wow, hier zijn er maar 1200 van gemaakt. Het is wat prijzig maar Frances voegt ‘m toe aan haar winkelmandje en vult het adres van kantoor bij het afleveradres in.

Rond middernacht krijgt ze bericht uit het ziekenhuis. Xaphan – of Dennis – is uit de operatiekamer. Hij is door slechts één kogel geraakt, maar die heeft wel zijn rechterlong geperforeerd. De jongen is buiten bewustzijn en vecht voor zijn leven. Zijn vader en moeder zijn hevig overstuur en wijken niet van zijn bed.

Frances neemt een besluit: full-force erin. Bijgestaan door tolk Jacky maakt ze een videoverbinding met de Dienst Speciale Interventies (DSI) om een spoedinval in het clubhuis van de Pazuzu te plannen. Omdat de bende van zowat elke misdaad uit het wetboek verdacht kan worden, geeft het OM haar gelijk toestemming. Over twee uur kan ze mee. Te kort tijd om nog wat slaap in te halen. Dan nog maar een vieze koffie uit de automaat.

Daar staan ze: gehuld in hun zwarte outfits nemen 20 leden van de DSI hun positie in voor het clubhuis van de Pazuzu in Bunnik. Bunnik… Of all places, denkt Francis. Hoe kan zo’n ogenschijnlijk vriendelijk dorpje de standplaats zijn van zo’n motorbende? De invalleider onderbreekt haar gedachten en telt geruisloos met signalen af: drie-twee-één, go! De deur van het clubhuis is snel geforceerd en de DSI stroomt binnen. Na het sein ‘veilig’ volgt Frances. Binnen blijkt het hele clubhuis leeg te zijn. Geen Pazuzu, geen wapens, geen drugs. Niets! Uit pure frustratie balt Frances haar vuisten. Terwijl iedereen naar buiten loopt, bekruipt haar het gevoel dat ze iets mist. Ze blijft achter en kijkt nog wat rond. Ze ziet niks.

Terwijl ze langzaam naar buiten wandelt, valt haar oog plotseling op een halfronde sleepmarkering op de vloer. Frances loopt erheen en ziet op de muur een handvol rare krasjes. Ze roept de DSI terug het gebouw in. Met brute kracht wrikken vijf forse DSI-leden een stalen paneel uit de muur en verschijnt er een verborgen, donkere ruimte. Frances stapt zonder aarzelen met haar polslicht naar binnen en ziet gelijk een stalen traliekooi. In de kooi zit een vijftiger met grote grijze bakkebaarden in zijn motorbroek en ontbloot bovenlijf.

Frances start haar UT op en Jacky staat paraat. Ze ondervraagt de man en hij vertelt haar dat hij Victor heet en ‘Succubus’ is bij de Pazuzu. Schijnbaar een soort voetveeg onderaan de piramide. Naast wat hij zegt, kijkt ze vooral naar zijn lichaamstaal. Niets dan de waarheid. Hij heeft straf en hij vertelt dat hij zelf ook vindt dat hij die verdiend heeft. Hij vraagt of hij alsjeblieft-alsjeblieft-alsjeblieft in de kooi mag blijven zitten. Vanachter de tralies vertelt Victor dat alle leden van de club sinds afgelopen weekend bij de gathering zijn in de mergelgrotten van Valkenburg. Ze zijn komend weekend pas weer terug in het clubhuis in Bunnik.

Die ochtend en middag loopt Frances alle lijnen van de Pazuzu uit. De gevonden ledenadministratie wijst uit dat de club 52 leden heeft. De politie in Valkenburg is op de hoogte van de bijeenkomst in Limburg en stelt vast dat – op het moment van de aanslag op Dennis Franssen – alle overige 51 leden in de grotten verbleven. Camerabeelden uit het clubhuis, voorzien van een blockchain timestamp, tonen aan dat ook Victor op dat moment in zijn kooi zat. Achter de ruimte van Victor bleek nog een kleine opslag te zijn, maar ook daar werden geen ZP-wapens gevonden. Frances pijnigt haar hersenen: zit ze op een dood spoor? Toen aan het einde van de middag het uniek gedrukt exemplaar van het boek ‘De sociologische structuren van demonen en de onderwereld’ bij het bureau van Frances werd afgeleverd, smeet ze die kwaad in haar tas. Haar collega’s reageerden schrokken. Frances was er 100 procent klaar mee. Ze stond op en ging naar huis. Tijd voor een lange, warme douche.

Donderdag

Het is 12.00 uur. Frances heeft een lunchafspraak in Hotel New York met Pjotr Melnik, de directeur van SongfestivalNL!: een organisatie die sinds 2038 de inzendingen en jurering van het Eurovisie Songfestival verzorgt. Frances is, ondanks een onrustige nacht slaap, helemaal enthousiast. Pjotr Melnik is toch een soort held voor haar. De grote man achter de revival van het Songfestival, na het debacle van 2032. Toen ze hem vanmorgen belde, bleek hij maar wat graag af te speken. Al was het maar om niet met de pers te hoeven dealen over de aanslag op Xaphan. Onverwacht heeft hij ook zijn woordvoerder Marloes Schakenraad meegenomen.

Nog voordat Frances goed en wel een vraag heeft kunnen stellen, beginnen Pjotr en Marloes door elkaar heen te praten. En ze zitten ook nog eens tegenover elkaar. Frances begrijpt er helemaal niets van. Daarom slaat ze hard met haar vlakke hand op tafel. ‘Stop!’ Het tweetal valt stil. ‘Jullie gaan nu eerst naast elkaar zitten, houden je mond en wachten tot ik iets vraag’, beveelt Frances. Na enig getreuzel, gehoorzamen ze haar. Frances opent haar UT. Als het hologram van Jacky verschijnt, tikt Frances snel op ‘record’en begint met een gedegen uitvraag.

Met stijgende verbazing ziet Frances hoe Pjotr gedurende het gesprek van zijn sokkel dondert. Hij is niet de innemende, gepassioneerde man die Frances voor ogen had. Pjotr Melnik blijkt een kleine despoot te zijn die geen tegenspraak duldt. Iedere keer als woordvoerder Marloes nuances wil aanbrengen, beantwoordt hij haar poeslief en doet hij alsof hij het beste met haar voor heeft. Maar Frances weet wel beter, via haar moeder heeft ze geleerd dat types met zulke gedragingen niet het beste voor hebben met mensen. Pjotr vertelt een wollig verhaal over ambitie en processen. Hij roept doodleuk dat hij het niet onmogelijk acht, dat de Italianen wel eens achter de aanslag op Xaphan zouden kunnen zitten. Uit angst voor zijn talent. Omdat ze nu naast elkaar zitten, spot Frances de mirco-expressies op het gezicht van Marloes. Het is Frances duidelijk dat hier iets niet klopt.

Als Marloes opstaat om naar het toilet te gaan, gebaart Frances intuïtief: ‘Ik ook.’ Ze neemt haar UT met Jacky mee en samen lopen ze de toiletruimte in. Voor Marloes een hokje in kan lopen, zet Frances haar klem. ‘En nu ga je mij het echte verhaal vertellen’, gebaart ze. Direct stromen bij Marloes de tranen over haar wangen en doet ze het hele verhaal uit de doeken. Alles was resultaat van gekonkel en politiek geschuif. Xaphan was de keuze van Pjotr. Dit bleek geen toeval: op de achtergrond had Pjotr in het diepste geheim een managementcontract met Xaphan gesloten. Pjotr is vervolgens voor de Nederlandse selectieprocedure gaan liggen en dreigde de stekker uit SongfestivalNL! te trekken, als Xaphan niet gekozen zou worden. En dat allemaal op de dag voor de deadline van de inzendingen. Als klap op de vuurpijl blijkt SongfestivalNL! ook helemaal geen stichting te zijn, maar een BV. Door het hele gebeuren, hebben de twee vicevoorzitters hun functie neergelegd en beloofd dat pas bekend te maken na het Eurovisie Songfestival in Warschau.

Als de twee vrouwen de toiletruimte weer uitkomen – Marloes opgelucht en Frances totaal gedesillusioneerd – blijkt Pjotr doodleuk te zijn vertrokken. Wat een shit-show is dat SongfestivalNL!, denkt Frances en ze weet het echt even niet meer. Ze verlaat samen met Marloes het gebouw en gebaart haar gedag. Frances knielt aan de waterkant van de Rijnhaven, staart naar het water en denkt na. Ze was zo zeker van het spoor naar Pazuzu. Zou Van Dijk dan toch gelijk hebben? Zou ze te star zijn, te gefocust om andere mogelijkheden te zien? Dit pad, de organisatie van SongfestivalNL!, geeft haar geen enkele kriebel in haar achterhoofd… Maar in hoeverre is dat nog wel iets om naar te luisteren?

Vrijdag

De dag begint druilerig. Maar na een treinrit, een gesprek met Chris over het nut van dansschoenen en vijf koppen koffie later, begint Frances eindelijk op gang te komen. Dan komt er een call vanuit het ziekenhuis binnen. Gelukkig ziet Frances de uitgesproken woorden van de arts, met hangsnor, ook in real time als tekst het scherm inlopen. Xaphan is bijgekomen. Hij is wakker en alert en lijkt het allemaal te overleven. Ze mag hem zien.

Frances neemt één van de automatische travelunits van de DLR en zoeft even later over de A2 richting Alkmaar. Aangekomen in het ziekenhuis vraagt ze aan de balie naar de afdeling waar Xaphan is opgenomen. De kenniszuil scant de ID-kaart van Frances en geeft aan dat er geen Xaphan in dit ziekenhuis verblijft. Frances slaakt een diepe gefrustreerde zucht en vraagt naar Dennis Franssen. Die blijkt op kamer 424 te liggen.

Nadat de lift de vierde verdieping aangeeft en de deuren opent, loopt Frances de brede gang in. Wat ruiken ziekenhuizen toch altijd naar… Tja, naar ziekenhuis. Even denkt ze dat ze verkeerd zit. In kamer 424 ziet ze een keurige, ietwat bleke jongen in bed liggen. De achterkant van het bed staat omhoog en Frances kan in tweede instantie concluderen dat deze jongen, met een scheiding in zijn haar en een keurige herenpyjama, toch echt Dennis Franssen alias Xaphan is. In de stoel naast het bed zit zijn moeder met een diepe, zorgelijke frons op haar gezicht. De slapende man in de fauteuil is waarschijnlijk zijn vader. Frances ziet al snel dat Xaphan de staalblauwe ogen van zijn moeder heeft. Als een leeuwin bewaakt ze haar zoon en Frances moet haar DLR-ID erbij pakken voordat ze met Xaphan mag praten.

‘Xaphan’, begint Frances. ‘Dennis!’, schreeuwt zijn moeder. ‘Hij heet Dennis’, gebaart de vrouw er met vinnige bewegingen achteraan. Frances zucht, zet haar UT aan, Jacky staat haar bij en ze vervolgt: ‘Dennis, mijn naam is Frances. Ik ben rechercheur, euh… hoofdrechercheur bij de politie. We proberen uit te zoeken wat er precies met je gebeurd is. Wat kan jij je nog herinneren van de aanslag van maandag?’ Dennis begint heel zachtjes te huilen. Frances legt haar hand met aandacht op de hand van Dennis. Ze voelt dat hij met een klein stemmetje praat. Met gebaren vertelt hij dat hij op zijn scooter naar Alkmaar reed voor een radio-interview. Opeens hoorde hij gezoef en gefluit en voelde hij een stekende pijn in zijn rug. Toen werd alles zwart. Tot hij hier vannacht in het ziekenhuis wakker werd.

Terwijl Frances deze beperkte informatie overpeinst, kijkt ze naar de bezorgde moeder. Achter de vrouw ziet ze dat de vader van Xaphan is opgestaan. Als ze hem aankijkt, ziet ze dat hij haar blik ontwijkt. Heeft de man iets te verbergen? Of is hij gewoon net wakker en nog een beetje groggy?

Frances spreekt nog verder met Dennis en stelt hem gerust dat ze er álles aan doet om uit te zoeken wie hierachter zit. Wanneer de arts binnenkomt om te vertellen dat drie mensen echt te veel voor zijn patiënt is, besluit ze te vertrekken. Bij het afscheid let ze extra op de vader. Ook nu maakt de man geen oogcontact. Ze zou niet eens kunnen vertellen welke kleur ogen hij heeft.

Wanneer ze het ziekenhuis uitloopt, blikt ze nog een keer om naar de vierde verdieping. Daar staat de vader van Dennis voor het raam… Wat klopt hier nu niet? Ze herinnert zich ineens een uitspraak van haar moeder: ‘Als je ergens niet de vinger op kunt leggen, heeft het vaak te maken met geld, schaamte of seks.’ Seks? Zou die keurige man – wat was hij ook alweer, boekhouder toch? – haar begeren?

Zaterdag

De vierde onrustige nacht deze week. Frances wordt er niet bepaald vrolijk van. Hoewel het pas vijf uur in de ochtend is, weet ze al: slapen lukt niet meer. In allerlei wazige dromen spookte meneer Franssen continu in een herenpyjama door haar hoofd. Haar moeder gelooft niet echt in droominterpretaties, maar zou dit toch wat betekenen? Ze stapt uit bed en besluit het adres van de woonboerderij van de familie Franssen in Purmerend op te zoeken. Niet veel later staat ze daadwerkelijk voor de grote eiken voordeur. Kan ze aanbellen om 07.15 uur? Zij wel!

Terwijl de deur voorzichtig open gaat, checkt Frances haar UT en begroet ze Jacky alvast, mevrouw Franssen kijkt Frances met grote ogen aan. Frances excuseert zich plichtmatig en vraagt of ze even tijd heeft om nog wat vragen te beantwoorden. Mevrouw Franssen vertelt dat ze net hebben ontbeten en dat ze zo naar het ziekenhuis wil gaan. Dit keer zonder Frank, haar man, want hij moet nog wat administratie wegwerken.

Frances mag binnenkomen en mevrouw Franssen biedt haar een kopje thee aan. ‘Als het ook koffie mag zijn, graag’, zegt Frances. Ondertussen kijkt Frances de boerderij goed rond. Wit gestucte muren en grote grove balken. Prachtig. Frances zit onrustig op de simpele houten kruk en ziet dat de achterkant van het huis, het kantoor van meneer Franssen is. Achter een glazen wand tuurt hij naar zijn beeldscherm, met daarnaast een stapel ouderwetse mappen. En weer ontwijkt hij iedere keer haar blik. Ze gebaart Jacky dat ze straks gaat beginnen met het stellen van de vragen.

Als mevrouw Franssen de koffie eindelijk op tafel zet, weet Frances niet meer zo goed wat ze nou echt kwam vragen. Is dit wel het juiste spoor naar de oplossing? Moet ze terug naar Pjotr en Marloes, of is er iets anders wat ze over het hoofd ziet? ‘Waar was u eigenlijk tijdens de aanslag op uw zoon?’, vraagt ze dan maar. ‘Ik was hier thuis gewoon de was aan het ophangen’, zegt mevrouw Franssen duidelijk. Over de schouder van mevrouw Franssen ziet ze meneer Franssen opstaan. Nu kijkt hij wel. Frances ziet de stress in zijn lijf, de spanning in zijn schouders, de twijfel in de frons boven zijn wenkbrauwen… Zou ze de directe-schokmethode eens toepassen?

Terwijl mevrouw Franssen net een slokje van haar koffie wil nemen, gaat Frances over tot actie. Ze staat op, loopt richting meneer Franssen en met grote gebaren maakt ze hem duidelijk: ‘Zeg me nú wat er aan de hand is, anders sta ik hier zo met vijf man in uniform!’ Meneer Franssen schrikt zichtbaar en gebaart het woord ‘beer’ en ‘put’. Beer en put? Bedoelt hij een beerput? Als ze aan mevrouw Franssen vraagt waar de beerput is, reageert ze nauwelijks. En dat is vreemd, want het is toch een rare vraag. Alle voelsprieten van Frances staan opeens op scherp. Mevrouw Franssen staat langzaam op en behoedzaam loopt Frances achter haar aan, richting de beerput in de tuin. Frances vraagt haar opzij te stappen. De vrouw luistert niet. Ze vraagt aan mevrouw Franssen of er wellicht iets met de beerput aan de hand is, maar mevrouw Franssen beantwoordt haar vraag niet. Dan ziet ze mevrouw Franssen wegrennen en Frances twijfel geen moment. Frances trekt haar dienstwapen en Jacky weet automatisch wat ze dan moet zeggen: ‘Op je knieën, handen achter je hoofd. Nu!’ Gehoorzaam, maar met haar staalblauwe ogen strak op Frances gericht, doet ze wat haar is opgedragen. Met zicht op de vrouw die nu handboeien om heeft, opent Frances de beerput, een onaangename geur komt haar tegemoet, ze legt haar hand op haar neus en mond en spot een touw! Langzaam trekt Frances het touw omhoog. Aan het einde zit een groene zak met Nespresso koffiecups, dichtgebonden met een tie-wrap. Frances trekt haar latex handschoenen aan en snijdt met haar zakmes de zak open. De mini ZP-gun valt op het natte gras.

Zondag

Hoewel het zondag is, hebben al haar collega’s zich op het kantoor verzameld en zwaaien ze uitbundig voor haar. Ze wordt er verlegen van en het roept tranen op die, klein maar zichtbaar, uit haar ooghoeken druppelen. Ze veegt ze snel weg.

Gistermiddag heeft mevrouw Franssen bekend. Ze heeft zelf op haar zoon geschoten. Eigenlijk hadden alle schoten hem moeten missen, maar dat liep dus fout. Ze wilde haar zoon niet kwijtraken aan het snelle leven. Laat staan een zoon die bekend zou worden met een duivelsnaam. Ze wilde haar kleine jongen terug. Via een wat louche deurwaarder, waarmee haar man samenwerkte, had ze de ZP-gun geregeld. De enige oplossing die ze zag, was Dennis de stuipen op het lijf jagen. En ze wist dat zijn vader de ballen niet had om er iets aan te doen. Haar man, die ze uiteindelijk de waarheid vertelde nadat het zo hopeloos was misgegaan. Haar man, die niet kon begrijpen dat een moeder zo extreem zou handelen, alleen maar omdat ze haar zoon wilde bijsturen. Haar man, die uiteindelijk zijn eigen vrouw verraadde.

Frances ziet de hartelijke woorden die Van Dijk spreekt. En bespeurt ze daar nou iets van trots in de ogen van Chris? Er wordt haar een mooie carrière als hoofdrechercheur voorspeld. ‘Eerst zien, dan geloven’, denkt Frances.

Tegen de avond is ze weer thuis. Moe, maar voldaan. Ze neemt plaats op de loveseat voor het grote, lage raam. Gijs komt gelijk spinnend op haar schoot liggen. Met een grote mok koffie in de hand stemt ze af op het journaal. De tolk meldt dat Nederland afziet van deelname aan het Songfestival in Warschau. Ook Pjotr Melnik wenst de komende jaren niet meer deel te nemen. Hmm, denkt Frances, daar liggen nog steeds wat vraagtekens.

Na afloop van de nieuwsuitzending staart Frances een tijd naar buiten en kijkt vervolgens haar loft rond. Dan valt haar oog op het boek over de sociologie van de demonen. Hoe zat het ook alweer met die ‘Succubus’? En hoe verhield die zich tot de Xaphan? Misschien moest ze maar eens een privé-dossier opstellen om dat vast te leggen…