Niets Over Ons Zonder Ons

Het Adviespunt Ervaringsdeskundigheid helpt ervaringsdeskundigen en organisaties verder bij het inzetten van ervaringsdeskundigheid en uitvoering van het VN-verdrag Handicap.

Vandaag is het precies 4 jaar geleden dat in Nederland het VN-verdrag inzake mensen met een beperking van kracht ging. Reden voor een feestje? Niet echt. Los van dat de positie van mensen met een beperking niet vooruit is gegaan maar zelfs achteruit, zijn veel mensen met een beperking tijdens COVID-19 in Nederland aan hun lot overgelaten. Daarom willen we vandaag specifiek kijken naar een van de 50 artikelen uit het verdrag: Artikel 11, risicovolle situaties en humanitaire noodsituaties.

Bescherming en veiligheid van personen met een handicap
“Artikel 11 van de CRPD bepaalt dat de staten die partij zijn alle mogelijke maatregelen moeten nemen om de bescherming en veiligheid van personen met een handicap te waarborgen bij de nationale reactie op risicosituaties en humanitaire noodsituaties. Dit omvat maatregelen op alle levensgebieden van personen met een handicap, inclusief de bescherming van hun toegang tot de hoogst haalbare gezondheidsstandaard zonder discriminatie, algemeen welzijn en preventie van infectieziekten, en maatregelen om bescherming te bieden tegen negatieve attitudes, isolatie en stigmatisering die zich midden in de crisis kunnen voordoen.”

Tijdens de lock-down zijn veel mensen met een chronische aandoening, een beperking of oudere mensen in een isolement terecht gekomen. Voor mensen in een instelling was bezoek verboden, anderen kozen vrijwillig voor zelf-isolatie. Toen de lock-downregels versoepeld werden kwam er een exit-strategie voor mensen met een beperking, maar dit plan is voor een deel nog niet ingevuld en het is geen standaard kabinetsbeleid. Er is dus de intentie om het goede te doen, en de ambitie en doelen die daarbij horen, maar er is weinig prioriteit en er is geen verbinding met het OMT. Met de nieuwe onderzoeksresultaten dat groepsimmuniteit waarschijnlijk niet  bereikt zal worden omdat de afweerrespons tegen COVID-19 na 3 maanden weggezakt  is, is het helemaal van groot belang dat de overheid en het OMT prioriteit geven aan de veiligheid van  mensen met een beperking en chronisch zieken.

Ga in gesprek met mensen met een beperking over de invoering van artikel 11
Artikel 11 van het jarige VN-verdrag legt de staten die hebben geratificeerd, dus ook Nederland, op om de veiligheid van deze mensen te waarborgen en isolement te voorkomen. Belangenorganisaties hebben gepleit voor medische mondmaskers voor risicogroepen maar het RIVM kan tot dusverre geen uitspraak doen over die medische mondmaskers; vermoedelijk omdat ze schaars zijn. Dus lijkt de strategie te zijn om mensen met een hoog gezondheidsrisico te beschermen door hen te adviseren zich min of meer thuis ‘op te sluiten’. Dat gaat in tegen artikel 11 van het VN-verdrag Handicap.  Met een medisch mondmasker zou men zichzelf kunnen beschermen tegen het virus, bijvoorbeeld in de supermarkt, het theater of museum, of op het werk. Dat dit nu niet wordt gefaciliteerd maakt dat veel mensen nog steeds in lock-down zitten, terwijl de rest van Nederland al weer op terrassen zit en in de bioscoop. Mensen die tot een risicogroep behoren en  niet in isolatie kunnen of willen blijven, lopen het risico ziek te worden en te overlijden. NOOZO is benieuwd wanneer de overheid zich gaat houden aan de verplichting die artikel 11 van het VN-verdrag handicap meebrengt en met mensen met een beperking in gesprek gaat, om hun positie te versterken tijdens deze pandemie. Want het verdrag is nou juist ontstaan om in situaties zoals deze pandemie de rechten van mensen met een beperking veilig te stellen.